Liz van Velzen
Mijn familie komt er niet vandaan, mijn opa en oma hebben er geen mooie verhalen over, ik ben er niet naar toe gereisd. Dus we kunnen met ruime stelligheid zeggen dat ik een Indonesië-leek ben, maar zo schrijvend voor BelindoMag groeit mijn interesse. Een beetje research doen over Indonesië is dus zeker geen straf. En zo speurend online vind ik best wat bijzondere weetjes.
Hieronder een lijstje van de tien dingen die ik nog niet wist, maar absoluut het weten waard zijn.
1. Nationale Motto: Het Indonesische motto luidt Bhinneka Tanggal Ika, wat zoveel betekent als ‘eenheid in diversiteit’. Het motto komt uit een gedicht dat door Mpu Tantular in de veertiende eeuw is geschreven. Mpu wilde met dit gedicht de verdraagzaamheid tussen Hindoes (Shivaïeten) en Boeddhisten versterken.
Verdraagzaamheid is een noodzaak in een land met meer dan 300 etnische groeperingen, met allen hun eigen gewoonten en tradities. Deze groeperingen hebben allemaal zo hun eigen taal, soms zelfs meer dan één, wat resulteert in 700 verschillende talen en dialecten. Vrijwel alle Indonesiërs zijn daardoor tweetalig: ze spreken zowel het officiële Bahasa Indonesia op school en werk, als hun eigen inheemse taal thuis.
2. Relaxt: “Niks is hier geregeld, maar alles komt goed.” Zo vertelt Inge Mondeel in haar column op de website Indonesië.nl. Ze leeft sinds 2007 in Semarang, midden op Java. Haar opmerking doet me direct denken aan mijn ervaringen in Vietnam en Laos, waar ik wél ben geweest. Het Nederlandse gestructureerde leven staat inderdaad vaak haaks op de relaxte houding van Aziaten die liever in het moment leven en op het lot vertrouwen. Het is even wennen als westerling, maar eenmaal overgegeven aan het nieuwe ritme bemerk je al snel de afname van stresshormonen in je lijf. Het heeft gewoon geen zin je druk te maken en staat zelfs een tikje belachelijk tussen die rustige Aziaten.
3. Behulpzaam: “Altijd zijn er mensen aan alle kanten bereid je te helpen. Ze hebben alle tijd om je de weg te wijzen, soms de verkeerde, maar ook dan enkel en alleen om je te helpen en je niet teleur te willen stellen. Mensen hebben hier de tijd voor je en maken graag een praatje met je,” vertelt Inge Mondeel verder in haar column op de website Indonesië.nl.
4. Verleden losgelaten: Van mijn collega Uti Vidya, die zelf Indonesisch is, begrijp ik dat je, in gesprek met een Indonesiër, je geen zorgen hoeft te maken over je Nederlanderschap. Ondanks de ellende die onze gretige voorouders de Indonesische bevolking hebben bezorgd, tonen de Indonesiërs geen bitterheid richting Nederlanders. De meeste Indonesiërs laten het verleden liever rusten en willen zich graag richten op de toekomst.
5. Gouden Eeuw: Indonesië heeft een eigen Gouden Eeuw gehad. In de late dertiende eeuw ontstond namelijk het hindoeïstische Majapahit koninkrijk op oostelijk Java. Onder Gajah Mada reikte zijn invloed over het grootste gedeelte van Indonesië.
6. Java Jazz: Indonesië heeft een eigen North Sea Jazz, namelijk het Java Jazz festival. Geen lullig festival, maar een serieus festival met grote internationale namen zoals Joss Stone, Lisa Stansfield, Craig David en onze eigen Wouter Hamel. En uiteraard zijn alle grote nationale sterren vertegenwoordigd. Mocht je zin krijgen: voor dit jaar ben je te laat (1 – 3 maart 2013), maar volgend jaar zal het zeker net zo’n groot of een nog groter feest worden.
7. Volgende Aziatische ‘giant’: “Indonesia is the next Asian giant”, zo schrijft het businessmagazine In the Black op haar website. Terwijl een groot deel van de wereld worstelt met de financiële crisis, blijft de Indonesische economie groeien. De groei wordt dit jaar geschat op 6,6 procent, terwijl president Susilo Bambang Yudhoyono het doel voor volgend jaar alvast heeft opgeschroeft tot zeven procent.
8. Groot: Indonesië heeft zeestraten die heel gunstig liggen voor de handel. De Indonesische eilanden liggen namelijk precies tussen India en China in. En Indonesië reikt ver: Als je wilt reizen van het Noord-Westen (bijvoorbeeld van de stad Banda Aceh) van Indonesië naar het Zuid-Oosten (bijvoorbeeld naar de stad Merauke), ben je over land en zee 11,5 dag bezig en door de lucht zes uur en 45 minuten. Ter vergelijking: een piloot heeft in Nederland nauwelijks voldoende afstand om goed te kunnen opstijgen en weer te landen. De Indonesische archipel (een duur woord voor eilandengroep) bestaat dan ook uit meer eilanden dan de veertien Waddeneilanden en wat eilandjes in Zeeland die wij hebben. De archipel biedt maar liefst plaats aan 17.508 eilanden (volgens data van het Ministerie van Binnenlandse Zaken in 2004). In totaal beslaat dat een oppervlak van 1.919.440 vierkante meter. Nederland past daar met gemak 51 keer in.
9. Mooie douche: Indonesië herbergt de mooiste douche op aarde. Deze is te vinden in Baturaden op Java. Het is een heerlijk verfrissende douche en ligt in een sprookjesachtig landschap aan de voet van de Gunung Slamat, op een hoogte van 650 meter. De temperatuur is aangenaam koel, tussen de 18 en 25°C graden. Wie niet van douchen houdt, maar meer van badderen, kan terecht in de twee warmwaterbronnen: Pancuran Telu en Pancuran Pitu óf even twee en een halve kilometer doorreizen vanaf Baturaden en lekker spatteren in de Pancuran Tujuh (‘zeven bronnen’) met warm sulfer bronwater. Voor wie wat stoers te doen wil hebben, zijn er grotten om te griezelen en te bewonderen en een jungle waar je onder leiding van een gids eindeloos kunt wandelen.
10. Modernisering: Hoewel de modernisering van het dagelijks leven (wasmachine, kinderwagen) op de Indonesische eilanden zoetjes aan meer en meer vorm krijgt, blijven sommige ouderwetse middelen gewoon nog in gebruik. Zoals de bezem, want deze heeft ook een sociale functie. Zo vertelt Judith Korbee in haar column op Indonesië.nl. Zij is met een Balinese man het huwelijks bootje ingestapt en slijt nu haar dagen op Bali: “Laat de bezem nog maar even zijn werk doen. We zouden toch niet willen dat het leven hier zich net als in Nederland binnenshuis gaat afspelen zonder te weten wie je buren eigenlijk zijn en slechts af en toe schamper wat naar elkaar te zwaaien en een verplicht praatje te maken? Dus voortaan rond vijf uur Made [dochtertje]in de kinderwagen, wasmachine aan en met de bezem in de hand samen met de buurvrouw de laatste roddels doornemen.”