Door: Wati Chaeron
Een droom die in vervulling gaat, een ontmoeting met één van de mooiste dieren op aarde: de orang-oetan. Waarom ik vind dat ik tijdens deze reis naar Indonesië een bezoek moet brengen aan dit dier? Omdat het een roeping is. Ik heb al bijna de helft van mijn leven bewondering voor de orang-oetans. Het is een van de dieren met de meeste gemeenschappelijke DNA met de mens. Naast hun sterke cognitieve vermogen hebben ze ook een sterk gevoel voor sociale vaardigheden. Zo veel bewondering dat ik zelfs voor de eindscriptie van de middelbare school een onderwerp heb gekozen over de conservatie van het regenwoud in Indonesië. Het regenwoud is de natuurlijke habitat van de orang-oetan, een belangrijke bron van hun leven.
In Indonesië kan je de orang-oetan in Kalimantan en Sumatra in hun natuurlijke leefomgeving bezoeken. Ik heb dit keer gekozen voor Sumatra, omdat ik dit praktischer vond met een kind van drie jaar oud. Dus was ik op zoek naar een reisagent in Medan. Via een vriendin kwam ik bij Medan Holidays terecht. Medan Holidays is een lokale reisorganisatie die vaak Indonesische toeristen heeft, maar ook mensen uit Maleisië en Singapore. Omdat ik niet in Indonesië woon, vroegen ze of ik met een ‘buitenlander’ ging reizen. Mijn man en schoonzus hebben beide de Nederlandse nationaliteit, dus er is een ‘andere’ prijslijst. Logisch in principe, omdat ze een gids moesten regelen die Engels spreekt. Omdat we met mijn gezin reisden, hebben ze een 8 personenbus voor ons geregeld. We waren alleen met drie volwassenen en een kind van drie jaar oud, dus de overige plekken waren voor onze bagages.
Het reispakket was voor zes dagen en vijf nachten. Omdat de trekpleisters van Noord-Sumatra een groot gebied bestrijken, wordt het een heel strak reisprogramma. Aan het eind word je wel verzekerd van een mooie reis die zeer de moeite waard is.
Na 2,5 uur vliegen vanuit Jakarta, arriveerden we bij de internationale luchthaven van Kuala Namu, ongeveer een uur per auto van de stad Medan. Kuala Namu heeft als betekenis een plek van ontmoeting. Deze woorden zijn afkomstig van de Batak Karo taal en andere lokale dialecten die de bewoners van Noord-Sumatra spreken. De luchthaven is heel modern en nieuw. De oude luchthaven Polonia, die in de binnenstad van Medan was gevestigd, was te klein om alle transport en logistiek aan te gaan.
Op de eerste dag overnachtten we in Medan. We kwamen rond zeven uur ‘s avonds aan en zagen gelijk de drukte van de stad. Medan is een stad met goed ontwikkelde woonbuurten. Minder ontwikkelde buurten heb ik niet echt geconstateerd, misschien wat eenvoudige huizen langs de snelweg. Maar echte gubuks of kartonen huizen heb ik niet gezien, misschien liggen ze aan de buiten wijken van Medan.
Onze eerste overnachting was bij het Karibia Boutique Hotel in het hart van het moderne Medan. Het hotel lag in de midden van een modern complex met moderne shopping malls, kantoorgebouwen en een modern ziekenhuis. Wat grappig is om te zien is dat ondanks de moderne omgeving, de straat van het hotel vol was met gaten en drempels, dus het leek alsof we op een off-road weg reden. 🙂
De volgende dag was de dag waar ik al lang op had gewacht, we gaan trekken in de gebergte van Leuser waar de Bukit Lawang staat, de habitat van de orang-oetan…. Maar voordat het zover was, moesten we eerst vier uurtjes rijden. De weg naar de Bukit Lawang was indrukwekkend, je kan begrijpen waarom Noord-Sumatra een zeer rijke provincie is. Het gebied is vol met verschillende plantages zoals rubber, palm, cacao en koffie. Ik moet wel erbij zeggen dat je een beetje naar gevoel hebt bij de gigantische mono culturele landbouw van rubber en palm. Bedrijven zoals Bridgestone (een bekende bandenfabrikant van onder andere Formule 1 auto’s) en Lonsum (London Sumatra Ltd.) hebben een groot aandeel in deze belangrijke agroproducten. Je vraag je af of de lokale bevolking hier wel baat bij heeft. Onze chauffeur, een geïmmigreerde lokale bewoner en wiens moeder nog op deze plantage woont en werkt, zegt dat de lokale bevolking hier weinig van profiteert. Er wordt veel geëxploiteerd en de welvaart is niet evenredig. Daarentegen speelt de overheid, die dit allemaal mogelijk heeft gemaakt, natuurlijk een belangrijke rol.
Na heel veel hobbelige wegen te hebben begaan, zijn we eindelijk bij de Bukit Lawang aangekomen. We hebben bij de Ecolodge Hotel een kamer gereserveerd, want deze bungalow ligt aan de overkant van het wilde water en dichtbij het regenwoud. Je wordt gelijk omringd door de schoonheid van de natuur en soms nieuwsgierige makaken.
De trekking tot de voed platform van de orang-oetans duurt drie uurtjes. Voor de trekking moet je een gids zoeken die het gebied en andere gidsen goed kent. De kosten zijn best wel hoog, ongeveer €25,- per persoon. Maar het was een prachtige trekking en je voelt dat het regenwoud je energie geeft. Het moment van mijn eerste ontmoeting met mijn wederhelft was aangekomen. Ik had wat tranen in mijn ogen. Het was een aangename ontmoeting, ik vond dat de mede toeristen ook respect hadden voor de orang-oetan. We bleven daar een tijdje om hen van dichtbij te bewonderen. Ik voel me echt als een gast bij iemand thuis. En ik voelde de gastvrijheid van de orang-oetans. Een vrouwelijke orang-oetan kwam achter mijn man aan, misschien omdat deze mijn echte wederhelft was, want haar naam was ook Wati. 🙂
Onze reis door Medan en omgeving was een droom die in vervulling ging. Ik raad het iedereen aan om de schatrijke natuur, het respect en de tolerantie van een multiculturele samenleving te beleven. Het is een belevenis die je als spiritueel persoon rijker maakt.