Interview Joty ter Kulve: “Het is belangrijk om bewustzijn en respect voor elkaar te creëren.”

2

Als het gaat om Indonesië-Nederland relaties, is er een prominent figuur die we niet mogen vergeten te noemen: ibu Joty ter Kulve. Haar bijdrage in het bevorderen van de banden tussen de twee landen is enorm: het oprichten van de Indonesia – Nederland Society (INS), het inzamelen van geld om een ‘vriendschapsboot’ te bouwen voor het Banda-Hoorn initiatief en het opzetten van de Stichting Vrienden van Linggadjati zijn een paar voorbeelden. Ze is momenteel bezig met het publiceren van de persoonlijke brieven van Sutan Sjahrir – een van de oprichters van Indonesië.

Haar sterke binding met Indonesië is voor BelindoMag aanleiding om deze inspirerende Indische dame te interviewen. We bezochten ibu Joty in haar mooie appartement in Wassenaar en we werden meteen ontvangen door haar warme, energieke en humoristische persoonlijkheid. Op 86-jarige leeftijd is ze nog heel erg gehecht aan haar computer, waarop ze al haar correspondenties bijhoudt middels het schrijven van e-mails, surfen op het internet en het schrijven van artikelen over Indonesië.

Haar liefde voor Indonesië gaat terug naar de tijd uit haar kinderjaren in een bergdorp Linggadjati in Indonesië. Het huis waarin ze opgroeide (nu een museum) speelde een belangrijke rol in het onafhankelijkheidsproces van Indonesië: in 1946 werd daar de Linggajati of de Linggarjati-overeenkomst gesloten. Dit was voor haar de aanleiding tot het oprichten van de Stichting Vrienden van Linggadjati in 2002 en vele andere Indonesië – Nederland initiatieven. In 2012 is ze onderscheiden met de Indonesië-Nederland Award, een award die ze terecht heeft verdiend.

Met BelindoMag opent ibu Joty het verleden, het heden en wat ze hoopt dat de toekomst zal brengen omtrent de betrekkingen tussen Indonesië en Nederland.
1. Voor de gemiddelde Indonesiër is de historische plaats die vandaag de dag bekend staat als Gedung Perundingan Linggarjati, een thuis geweest voor u en uw familie. Kunt u ons vertellen hoe uw ouders het huis in eerste instantie hebben gekregen. En hoe zag het leven er toen uit?

Op 21-jarige leeftijd kwam mijn vader naar Indonesië als officier in het Nederlandse leger. Hij ontmoette mijn Indische moeder en trouwde met haar en kreeg twee dochters en een zoon. Ik was het middelste kind. Net na mijn geboorte ontdekte hij Cirebon. Hij zag de mogelijkheid om een cement- en tegelfabriek op te richten. Daarnaast dacht hij dat het de perfecte locatie was waar zijn gezin kon opgroeien. We woonden toen nog in Semarang. In die tijd woonden er nog geen Nederlanders in Linggadjati en er waren nog geen scholen. We verhuisden vanuit Semarang naar Linggadjati toen ik drie was. Na een tijdje kwamen meer Nederlanders daar wonen en werd er uiteindelijk een kleine school voor ongeveer 20 kinderen gebouwd. Mijn vader overleed helaas heel jong op 37-jarige leeftijd in 1934 (ik was toen zes). Mijn moeder, die 31 jaar oud was, moest in haar eentje ons drieën grootbrengen en tegelijkertijd de fabriek beheren in Cirebon.

Familie Van Os (© Joty ter Kulve)

Familie Van Os in Linggadjati (© Joty ter Kulve)

 

2. De Tweede Wereldoorlog brak aan en de Japanse bezetting in Nederlands-Indië was een feit. Dit terwijl u en uw familie in dat huis woonden. Samen met andere Nederlandse gezinnen werden u en uw familie naar concentratiekampen gestuurd. Kunt u deze tragedie en de gebeurtenissen die plaatsvonden beschrijven?

We luisterden dagelijks naar het nieuws via de radio, maar als kind lette ik daar niet zo op dus de Japanse bezetting kwam voor mij als een complete verassing. Ik herinner me dat mijn zus en ik (ik was 14 en mijn zus 17) van ons huis naar ons zwembad – een kalong, waar ook slangen en grote vissen zwommen, liepen. We liepen langs de weg en zagen veel motoren met Japanse mannen in uniformen en helmen. Dat was onze eerste wetenschap dat de Japanners kwamen. We renden meteen naar huis en vertelden wat we zagen: “Ze zijn hier, mama… ze zijn hier!” Zelfs als ik er nu aan denk was het een heel raar gevoel en zeer bedreigend, natuurlijk.

Wij (Nederlandse en Indische gezinnen) werden in vrachtwagens vervoerd naar een huis dat werd omringd door draden, waar voorheen een familie woonde. Toen moesten we het huis delen met ongeveer 90 andere mensen! Er werd ons alleen verteld dat we wat kleren en een matras mochten meenemen en niets anders. Er werd geen verdere informatie gegeven. In het begin kregen we geen water of eten. We aten tapioca brood in de ochtend en tapioca pap in de avond. Mijn familie (mijn moeder, grootouders en zus) leefde in een zeer kleine ruimte. Omdat mijn grootouders meer Indonesisch bloed hadden, hoefden ze in eerste instantie niet mee naar de kampen. Maar mijn grootmoeder wou met ons mee het kamp in. Mijn grootvader vertelde ons vanaf het begin dat hij zou sterven in het concentratiekamp. Niemand wilde hem verzorgen. Hij lag in dezelfde kamer waar wij verbleven. Mijn oma en ik probeerden hem een beetje schoon te houden totdat hij uiteindelijk inderdaad in het kamp stierf en buiten het kamp werd begraven. We mochten niet mee naar zijn begrafenis.

In de tussentijd namen de Japanners ons huis in Linggadjati in beslag en maakten er een hotel van.
3. Toen u 18 jaar oud was ging u voor uw studie naar Nederland, waar uw broertje al aan het studeren was. Hoe hebt u uw nieuwe leven in Nederland ervaren?

Weet je, het was oorlog, het was tijdens de Bersiap periode toen ik klaar was met school aan het eind van 1946. Veel Nederlandse meisjes waren al naar Nederland vertrokken met de boot. Op een dag zei ik tegen mijn moeder dat ik naar Nederland wilde gaan. Dus heb ik dat gedaan. Ik benaderde een kapitein van een van de schepen en vroeg hem of ze mensen nodig hadden aan boord om te werken. Hij zei dat ik mee kon varen en voor hem kon werken.

Alles was nieuw voor mij en ik kende niemand toen ik aankwam in Nederland. Iedereen die mee was gegaan met de boot hadden duidelijke adressen en familieleden die ze kwamen ophalen. Ik had alleen het adres van mijn broer Willem (die 3 jaar jonger dan ik was), die in Utrecht studeerde. Maar ik was slecht voorbereid, ik sprak met niemand. Ik herinnerde me dat ik een bus nam van Amsterdam naar Utrecht. De buschauffeur had tot drie keer toe geprobeerd om het adres van mijn broer te vinden. Bij de laatste poging was het uiteindelijk gelukt om het adres te vinden. Mijn broer woonde in slechte omstandigheden. Ik belde de hospita en vertelde haar dat mijn broer daar woonde. Ze vertelde me dat mijn broer in Londen op vakantie was. Ik smeekte haar om mij daar te laten verblijven voor een paar dagen totdat ik heb uitgezocht wat mijn plannen waren. Ze ging akkoord. Het is nogal een lang verhaal, maar het is geweldig als ik terugkijk, ik wist dat er een God was. Het was als een wonder. Ik kreeg zelfs een beurs om te studeren in Utrecht.

Ibu Joty in haar jonge jaaren (© Joty ter Kulve)

Ibu Joty in haar jonge jaren (© Joty ter Kulve)

4. Uw broer Willem en u hebben de Stichting Vrienden van Linggadjati opgericht. Hoe is het begonnen en wat wilde u daarmee bereiken?

In 2002 bezocht mijn broer, die toen een bekende gynaecoloog was, mij en vroeg mij om mijn hulp. Hij vertelde me over ons huis in Linggadjati en dat het is uitgegroeid tot een museum genaamd Gedung Perundingan. Zijn liefde voor Indonesië was zo groot dat hij de intentie had om een stichting op te zetten die de banden tussen Indonesië en Nederland kan overbruggen. En dus hebben wij de Stichting de Vrienden van Linggadjati opgericht.

De Linggadjati overeenkomst is een symbool van wederzijds respect door middel van diplomatie tussen de twee naties. Het is belangrijk dat de Indonesische mensen en ook de Nederlandse mensen het erkennen. Via deze stichting willen we respect en erkenning tussen Indonesië en Nederland verder opbouwen. Ons doel is om het imago van Indonesië te veranderen binnen de Nederlandse samenleving. Ze moeten eraan herinnerd worden dat Indonesië niet langer het Nederlands-Indië is, maar een heel nieuw land dat behoort tot de G20, een samenwerkingsforum met betrekking tot het internationale financiële systeem.

In 2011 werd de Indonesië Nederland Society opgericht omdat we een grotere organisatie nodig hadden.

Het huis in Linggadjati © Joty ter Kulve

Het huis in Linggadjati (© Joty ter Kulve)

5. Hoe ziet u de Nederland-Indonesië relatie vandaag, in het algemeen?

Om je de waarheid te zeggen, denk ik dat Nederland niet zo belangrijk meer is voor Indonesië. Indonesië is geïnteresseerd in Nederland vanwege Rotterdam en Schiphol, bijvoorbeeld. Ik denk dat Indonesië over het algemeen geïnteresseerd is in de manier waarop we geleerd hebben om onze waterhuishouding te beheren. De Dijken. Je hebt dijken nodig in Jakarta en Semarang bijvoorbeeld.

En ik vind het fantastisch wat er allemaal gebeurt in Indonesië vandaag. Ik heb Indonesië meegemaakt toen er nog geen elektriciteit en watervoorzieningen waren. Nu is het vol met wolkenkrabbers en vele andere uitbreidingen die ik ook buiten Java zie. Natuurlijk is Indonesië immens groot dat je gemakkelijk zou kunnen denken: ‘Hoe verdorie ga je dit alles regeren?’ Ik denk dat Indonesië het gaat maken, want de democratie is erg belangrijk. En moraal. Helaas is er overal corruptie, ook in Europa en de Verenigde Staten. Zelfs in moderne tijden moeten we opnieuw leren over moraal. We hebben dit nodig om vooruit te komen.

Eigendomsakte van het huis in Linggadjati © Joty ter Kulve

Eigendomsakte van het huis in Linggadjati    (© Joty ter Kulve)

6. Wat is uw boodschap aan de jongere generatie Indonesiërs en Nederlanders?

Wat ik persoonlijk echt heel belangrijk vind voor jongeren is om bewustzijn en respect voor elkaar te creëren. Bewustzijn over jezelf, om eerlijk te zijn over jezelf. Als je leert om jezelf te zien op een eerlijke manier zul je uiteindelijk andere mensen op een eerlijke en respectvolle manier zien. Je kunt dan zien wat ze echt willen. Een ander belangrijk punt is om te leren luisteren. We zijn vergeten hoe we echt moeten luisteren, omdat we zo afgeleid zijn door de hele dag onze oortelefoons en mobiele telefoon te gebruiken.

De Linggadjati-overeenkomst kwam tot stand omdat de Nederlanders en de Indonesiërs naar elkaar wilden luisteren. Ik wil er alleen maar op wijzen dat we moeten leren van de Linggadjati-overeenkomst. Linggadjati is symbolisch erg belangrijk, omdat het het belang van diplomatie benadrukt.

Maar ik denk dat als je dat gaat uitleggen aan jonge mensen dan zouden ze dat wel begrijpen. Alle jongeren willen een toekomst hebben. En er zijn jonge (Indonesische en Nederlandse) mensen vandaag die proberen een verschil te maken in het bevorderen van de Indonesië-Nederlandse betrekkingen.

 

Voor meer informatie: indonesia-nederland.org

 

SHARE.
Share.

About Author

2 reacties

  1. Y.M. Geldtmeijer on

    Geachte Mevrouw,

    Met grote belangstelling heb ik Uw interview gelezen.
    Mooi dat U dit allemaal wilt bewerkstelligen.
    U heeft de leeftijd van mijn moeder die met haar familie in Batavia
    woonde daar was het leven heel anders.
    Mijn grootvader werd als landstormer afgevoerd door de Jap en mijn moeder heeft dit als enige van de familie dit gezien en het heeft haar hele leven grote parten gespeeld. Hij is in Japan overleden en zijn urn is helaas nooit gevonden.
    Toen begon de bersiap en haar familie overleefden als enigen een hele wijk wat daar gebeurd is is met geen pen te beschrijven.
    Helaas ook mede hierdoor is haar leven veel te vroeg afgebroken en werd ze slechts 63 jaar.
    Mijn vader overleefde als krijgsgevangene hij zat bij de TOP dienst van het KNIL de Birmaspoorweg en Nagasaki en de fatman maar was getroffen door de straling deze had zeer grote gevolgen voor zijn gezondheid en wij zijn kinderen.
    Ik werd geboren in het staartje van de bersiap en de politionele acties.
    Mijn ouders wilden en konden nooit meer terug naar het land waar ze zo van hielden.
    Nu nog dragen mijn broers en ik de gevolgen van de atoomstraling die mijn vader trof.
    Bovendien spreken mijn nachtmerries boekdelen.

    Voor Uw inzet heb ik veel respect. Misschien is het voor U een item om de film Beuaty within van de Japanse journaliste Shizu Azuma. Mijn broer en ik hebben meegewerkt aan deze film documentaire.

    Met vriendelijke groet.
    Yola Geldtmeijer.

  2. Dear Yola Geldmeijer,
    uw mailt mij in het Nederlands, Belindo vindt het vast goed ,dat ik u antwoord in het Nederlands.
    Mijn hart ging naar u uit, en naar al onze lotgenoten van de Jappenkampen of andere oorlogen, die ook vandaag nog altijd de levens van zoveel slachtoffers beroeren. Je vraagt je af komt er nooit een eind aan? Waarom leren wij de lessen van het verleden niet? De geschiedenis herhaalt zich telkens.
    Een paar dagen geleden nam een vriendin mij mee nar de film The Railway Man. De film speelt zich af aan de Birma spoorlijn, gebouwd door de krijgsgevangenen van WO II. Het werd een heel emotionele avond kan ik u vertellen. Alles beleefde ik opnieuw.
    Deze film onderscheidt zich echter van veel oorlogsfilms, de film eindigt met hoop, verzoening, liefde. Heling, Ik heb het voorrecht gehad vlak na Wereld Oorlog II mensen te ontmoeten, die mij een weg hebben gewezen, met mijn traumatische verleden om te gaan. Ik heb dat altijd ervaren als een stukje genade. Mijn leven is ook daarna ook een turbulent leven gebleven, maar vertrouwen en hoop heb ik nooit verloren.
    Ik wil graag uw film zien, u hebt hierbij mijn email adres, ik denk daat wij elkaar nog wel eens spreken Met hartelijke groeten Joty ter Kulve

Leave A Reply