Wellicht herken je een conversatie als deze:
Nederlander: “Waar kom je vandaan?”
Indonesiër: “Uit Indonesië.”
Nederlander: “Oh, dan kun je vast en zeker gado-gado, rendang, pisang goreng, nasi goreng, risoles, loempia, lemper en andere Indonesische gerechten maken die ik lekker vind. Ik hou echt van Indonesisch eten. Veel smaak …. mmmm heerlijk!!! Wanneer ga je voor me koken?”
Hmm … koken? Denken Nederlanders nu echt dat alle Indonesiërs kunnen koken? Ik kom nauwelijks in de keuken wanneer ik thuis ben, laat staan dat ik kook. In Indonesië is het makkelijk om eten te vinden. Bijvoorbeeld, als ik trek heb in Japans, dan hoef ik maar even naar buiten te gaan, en voilà, een paar minuten later staat het op tafel. Andere soorten gerechten zijn ook verkrijgbaar in mijn buurt, zoals saté, gudeg, bakmie, bakso, et cetera. Ik moet toegeven dat mijn leven erg gemakkelijk is gemaakt met de aanwezigheid van de straatverkopers.
Hoe kon ik dus “overleven” in Nederland zonder de aanwezigheid van deze straatverkopers? Het was moeilijk in het begin, omdat ik me probeerde aan te passen aan mijn nieuwe levensstijl en nieuwe omgeving. Ik was ook dagelijks afhankelijk van het eten van brood en aardappelen met vlees en groente, dat bereid werd door mijn Nederlandse man. Gelukkig is mijn man vrij actief in de keuken, dus ik hielp hem vooral met de afwas.
Toen meer en meer mensen me vroegen of ik kon koken, voelde ik me uitgedaagd. Niet alleen om hen en mijzelf te bewijzen dat ik ook Indonesisch eten kan bereiden, maar ook om de variëteit in het avondeten thuis te vergroten.
De eerste stap die ik nam was om allemaal verschillende Indonesische recepten via Google op te zoeken. Het blijkt dat veel van deze recepten geschreven zijn door Indonesische immigranten zoals ik. Velen van hen kookten nooit in Indonesië en werden chef in het buitenland. Ze zijn er trots op hun ervaringen te delen en hoe hun gerechten worden opgehemeld door hun man, kinderen en schoonfamilie. Een chef zijn in deze situatie betekent niet per sé in het restaurant, maar thuis met een familie en vrienden die van je eten houden.
Bijna alles wat ik nodig heb om een Indonesische maaltijd te bereiden, is verkrijgbaar in Aziatische supermarkten die overal in Nederland te vinden zijn. Rijst, groente, kruiden, kroepoek en eten in blik, noem het maar op en je kunt het hier kopen. Ze verkopen ook een diversiteit aan ingevroren eten, zoals nasi uduk, lemper, pepes ikan et cetera.
Mijn volgende stap is het beginnen met koken. Ik liep heen en terug van de computer naar de keuken om te zien of ik alles correct deed. Ik voegde kruiden toe, daarna osreng … osreng … vervolgens kip, garnalen, groenten, et cetera, et cetera. Ik kon het niet helpen om af en toe het eten te proeven. Na een lange bereidingstijd had ik eindelijk mijn eerste Indonesische gerecht in Nederland gemaakt: bakmie goreng jawa.
Het leek en proefde ongeveer hetzelfde als de originele bakmie goreng jawa die ik in Indonesië at. Maar nu wilde ik de reactie weten van mijn man, mijn eigen cavia… hehehe.
Gelukkig was de reactie van mijn man positief. Hij zei dat het goed smaakte en anders was dan hetgeen hij normaal gesproken bestelde bij Chinese restaurants. Om mijn man te zien genieten van de maaltijd die ik had bereid, maakt me erg trots van binnen. Het gezegde “de liefde van de man gaat door de maag” is dan toch waar.
Na het succes van de eerste maaltijden, was ik niet meer te stoppen om andere gerechten te proberen. Ik wil dit en dat proberen, dit en dat koken, en leerde door vallen en opstaan. Steeds meer mensen wilden mijn kookkunst beoordelen: mijn schoonfamilie, de buren, vrienden van mijn Nederlandse taalcursus en zelfs mijn collega’s begonnen gewend te raken aan mijn kookstijl. Ik werd heel blij van alle positieve input en de complimenten voor het eten dat ik had gemaakt. Ik hoop alleen wel dat ze oprecht waren.
Tot op heden ben ik nog steeds actief in de keuken en ben daadwerkelijk een chef in mijn eigen huis geworden. Ik ben ook begonnen met het maken van verschillende soorten cakes en dit bleek ook een leuke ervaring te zijn.
De keuken is nu mijn privé ruimte geworden. Af en toe helpt mijn man met de bereiding, maar het lijkt alsof hij de Nederlandse keuken bijna vergeten is.
Uiteindelijk kunnen Indonesiërs die in het buitenland leven toch een chef zijn, ook al hebben ze totaal geen kookervaring. Kookse iedereen!
Estu Sluimer
De schrijfster woont met haar man, Nelis, in Velserbroek, Noord-Holland.